Maar voordat we naar het strand rijden, tanken we eerst nog even de auto weer vol. Tegelijkertijd proberen we de auto van buiten weer een beetje toonbaar te maken. Na de trip van gisteren over de dirtroad door het bos zat hij onder het zand.
Onderweg naar het strand zien we een grote kudde elk op een zijweg lopen. Bij de Crescent Beach Overlook parkeren we de auto. Er staan de nodige bordjes die waarschuwen voor tsunami's. Je moet nooit je rug keren naar de zee, waarschuwt één van de bordjes.
In 1964 was er een in Alaska een aardbeving van 9.2 op de schaal van Richter. De tsunami die daarop volgde zorgde voor een vloedgolf die hele delen van de haven van Crescent City overspoelde, inclusief highway 101 en ons hotel. Er vielen bij die gelegenheid 12 doden. Ook bij andere tsunami's werd er in Crescent City schade aangericht. Het ligt blijkbaar op een voor tsunami's gevoelig punt.
We lopen via een halve mijl lange trail naar het strand. Op het strand zien we vooral in de poeltjes tussen de rotsen een hoop zeesterren en andere dieren die achtergebleven zijn toen de zee zich terug trok. Ook op de rotsen zitten er veel.
We maken een hoop foto's. Na een uurtje hebben we het gezien en vertrekken we weer.
Omdat het nog steeds eb is, rijden we nog even terug naar de vuurtoren van Crescent City. Gisterenavond hebben we hem door de invallende duisternis niet goed kunnen fotograferen. De kleine vuurtoren staat op een eilandje, waar je bij eb naar toe kan lopen.
De vuurtoren is bewoond. De mensen zitten er net aan het ontbijt - de vrouw des huizes eet een banaantje. Hoewel je er vrij rond mag lopen, voelen we toch wel enige gêne dat we hun "huis" met hen er in fotograferen. Maar ze zullen het wel gewend zijn. Bovendien wordt het straks weer vloed, en dan zijn de toeristen weer weg (of als ze pech hebben, zitten ze uren opgescheept met een te trage toerist die niet meer op tijd naar het vasteland kon komen.)
Aan de picknicktafel voor de vuurtoren eten we daarna ons ontbijt. Vervolgens rijden we naar het Prairy Creek Redwoods State Park. De highway 101 loopt eerst nog langs de kust hier en gaat daarna door de bossen.
We nemen exit 765 en rijden via de Newton B. Drury Scenic Parkway vanuit het noorden het staatspark binnen. Onderweg naar het visitor center maken we drie korte stops om tussen de bomen wandelen.We lopen eerst een klein stukje over de South Fork Trail. Vonden we gisteren de Stout Grove nog een heel mooi gebied om te lopen, met terugwerkende kracht verbleekt die mening. Dit bos is veel mooier om in te lopen. Veel meer, veel dikkere en veel hogere bomen zien we hier, omgeven door eindeloze hoeveelheden varens. Het is werkelijk een schitterend gebied.
De twee andere stops die we hier maken, zijn om een tweetal bijzondere bomen te bekijken. De eerste is de Corkscrew Tree. De naam is niet geheel juist want het is niet één boom maar het zijn vier bomen, die helemaal om elkaar heen gedraaid zijn gaan groeien
de Corkscrew Tree |
De top van de Big Tree |
We hebben ook een lange wandeling in gedachten en hier gaat het mis. Oorspronkelijk hadden we namelijk bedacht om een11,6 mijl lange trail te doen, die van het visitor Center via de Miners Ridge Trail naar de kust voert. Vervolgens gaat deze trail over het strand verder naar de Fern Canyon. Dit is een canyon met aan beide zijden allemaal varens. Hier zijn ooit eens opnames gemaakt voor de film Jurassic Park. Door deze canyon loopt een trail van een 0,5 mijl. Daarna kan je weer via de James Irvine Trail terug naar het visitor Center lopen. Echter, deze wandeling duurt bij elkaar zo'n vijf à zes uur en die tijd hebben we niet meer. We hebben te veel tijd verloren onderweg.
Een alternatief om de Fern Canyon te bekijken, is om er via een dirtroad buiten het staatspark om naar toe te rijden. Hierbij moet je weliswaar een kreek passeren - er is geen brug; dus je moet door het water rijden - maar omdat er zo weinig regen is gevallen, staat volgens een dame bij het visitor center de kreek waarschijnlijk wel droog en is het goed te doen.
Maar we kiezen er uiteindelijk voor om de James Irvine trail te gaan lopen die ook naar de Fern Canyon voert. Die is heen en weer ongeveer 9 mijl lang. Mochten we nou onderweg het idee krijgen dat dit toch te ver is - Martin combineert altijd een vorm van onderschatting met een vorm van overschatting; hij onderschat de afstand en overschat zijn krachten - dan kunnen we als alternatief halverwege een tussentrail (de Clintonia Trail) naar de Miners Ridge trail nemen en dan zo weer teruglopen naar het visitor center. De afstand zo is dan ongeveer 6 mijl. Vol goede moed beginnen we er aan.
Don't feed the bears! |
Dunne en dikke bomen |
Fern Canyon: 1,5 mile too far |
In dit mannetje zit niet veel energie meer. |
Ook bekijken en fotograferen we nog wat grote muurschilderingen die je in Eureka op diverse plekken kan zien.
Martin informeert even waar de muurtekening van de garage is. |
Hier dus |
Gereden: 113 mijl
Overnachting: Redwood Suites, Ferndale
Route:
Die zeester is er lekker aan het chillen zo. Mooie foto.
BeantwoordenVerwijderen